Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • abon·nent
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Frans
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   abonnent     abonnenten     abonnenter     abonnenterne  
genitief   abonnents     abonnentens     abonnenters     abonnenternes  

Zelfstandig naamwoord

abonnent, g

  1. abonnee
Afgeleide begrippen

Verwijzingen


Frans

Werkwoord

vervoeging van
abonner

abonnent

  1. derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abonner
  1. derde persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abonner