abdisert
- ab·di·sert
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord abdisere
- Werkwoord: Noorse bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
Naar frequentie | 101664 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | abdisert | ||
o enkelvoud | abdisert | |||
meervoud | abdiserte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
abdiserte |
abdisert
har abdisert
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abdisere
abdisert
- voltooid (verleden) deelwoord van abdisere
- ab·di·sert
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord abdisere
- Nynorske bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | abdisert | ||
o enkelvoud | abdisert | |||
meervoud | abdiserte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
abdiserte |
abdisert
har abdisert
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abdiserte
abdisert
- voltooid (verleden) deelwoord van abdiserte