abdiseringens
- ab·di·se·rin·gens
- Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ing en met de woorduitgang -ens
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
abdiseringens
- genitief bepaald mannelijk enkelvoud van abdisering
- abdiseringas zn , v