aanverwante
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanverwante (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱfərˌwɑntə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ver·wan·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanverwante | aanverwantes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanverwante v
- vrouwelijk familielid
Verwante begrippen
Bijvoeglijk naamwoord
aanverwante
- verbogen vorm van de stellende trap van aanverwant
Gangbaarheid
- Het woord aanverwante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.