• aan·ver·ster·ven

aanversterven

  1. ergatief door overlijden van een erflater eigendom worden
    Met de erfgenaam als meewerkend voorwerp.
     De voorschreven weduwe met haar kinderen blijft behouden, hetgeen haar van het goed ten Bosch en van haar zuster Enneken zaliger over de Mase aanverstorven is en wat haar nog mag aanversterven.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Notaris-, schepen- en andere akten : Index schepenprotocol Vierlingsbeek (7040.284)” op archieven.nl