aanspinnen
- Geluid: aanspinnen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanspɪnə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·spin·nen
- samenstelling van aan en spinnen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanspinnen |
spon aan |
aangesponnen |
klasse 3 | volledig |
aanspinnen
- overgankelijk iets ~ aan, al spinnend iets bevestigen
- Beide uiteinden zijn open en tijdens het leven van de rups worden ook hieraan vaak grootere voedselstukjes, echter slechts tijdelijk en losjes, aangesponnen;[1]
- Het woord 'aanspinnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Setomorpha Tineoides
Over de ontwikkelingstoestanden van enige Microlepidoptera van Java
W. van Deventer, blz 82. Tijdschrift voor entomologie 1903