• aan·slib·ben
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanslibben
slibde aan
aangeslibd
zwak -d volledig

aanslibben

  1. groter worden of ontstaan door slibben
85 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be