aanroken
- aan·ro·ken
- samenstelling van aan bw en roken ww
aanroken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanroken |
rookte aan |
aangerookt |
zwak -t | volledig |
- aansteken van een sigaar, pijp of sigaret en de eerste trekjes doen
- Het woord 'aanroken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanroken" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be