Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·raad·de

Werkwoord

vervoeging van
aanraden

aanraadde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanraden
    • ... dat ik aanraadde. 
    • ... dat jij aanraadde. 
    • ... dat hij, zij, het aanraadde. 
Synoniemen

Gangbaarheid