aanpalende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpalende (hulp, bestand)
- IPA: / amˈpaləndə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·pa·len·de
Bijvoeglijk naamwoord
aanpalende
- verbogen vorm van de stellende trap van aanpalend
Werkwoord
vervoeging van: | aanpalen |
aanpalende
- verbogen vorm van aanpalend, het onvoltooid deelwoord van aanpalen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanpalende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.