aanlachen
- aan·la·chen
- samenstelling van aan vz en lachen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanlachen |
lachte aan |
aangelachen |
zwak -t
|
volledig |
aanlachen
- toelachen, gunstig zijn
- bekoren
- Het woord aanlachen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanlachen" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be