aankleuteren
- aan·kleu·te·ren
- samenstelling van aan bw en kleuteren ww
aankleuteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankleuteren |
kleuterde aan |
aangekleuterd |
zwak -d | volledig |
- doorgaan met zich te gedragen als een kleuter die nog niet schoolrijp is
- Het woord aankleuteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.