aangieren
- aan·gie·ren
- samenstelling van aan bw en gieren ww
aangieren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aangieren |
gierde aan |
aangegierd |
zwak -d | volledig |
- met veel lawaai, geraas en snelheid naderen
- Het woord 'aangieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aangieren" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be