Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·kro·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aankruipen…
verbogen vorm: aangekropene

aangekropen

  1. voltooid deelwoord van aankruipen
     Daarna waren ze tegen elkaar aangekropen op de bank.[1]

Verwijzingen