aaneengebracht
- aan·een·ge·bracht
- vervoeging van aaneenbrengen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van aaneen bw en gebracht ww
vervoeging van: | aaneenbrengen… |
verbogen vorm: | aaneengebrachte |
aaneengebracht
- voltooid deelwoord van aaneenbrengen