• aan·dij·king
enkelvoud meervoud
naamwoord aandijking aandijkingen
verkleinwoord aandijkinkje aandijkinkjes

de aandijkingv

  1. een stuk op het water gewonnen grond dat is ontstaan door het aanleggen van een dijk
  2. het winnen van een stuk land door het aanleggen van een dijk