Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Zeist·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Zeists met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord Zeistse Zeistsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Zeistsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Zeist, of een vrouw afkomstig uit Zeist
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Zeistse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Zeists
Synoniemen

Gangbaarheid