Trias
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Tri·as
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘groep van drie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
Zelfstandig naamwoord
het Trias o
Schrijfwijzen
- In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Gangbaarheid
- Het woord 'Trias' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Duits
Zelfstandig naamwoord
Trias v
Overerving en ontlening
- Nederlands: trias (geologisch tijdperk)