Tholenaar
- Tho·le·naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Tholenaar | Tholenaren |
verkleinwoord | Tholenaartje | Tholenaartjes |
de Tholenaar m
- (demoniem) inwoner van Tholen, een Zeeuws eiland
- (demoniem) inwoner van Tholen, een gemeente op het het eiland Tholen
- (demoniem) inwoner van Tholen, een stad in de gemeente Tholen
- Tholenaar opgepakt voor drugsbezit [1]
- Het woord 'Tholenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.