Siteburen
- Si·te·bu·ren
- van Site, persoonsnaam met de kernbetekenis "zege" en buren "kern van een buurtschap"[1]
Siteburen o
- (officieel, Fries) Sytebuorren, buurtschap in Smallingerland (Friesland)[2]
- De Sitebuurster Ee ligt ten zuiden van het kleine Siteburen zelf.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ GildemacherFriese plaatsnamen: alle steden, dorpen en gehuchten 1e druk (2007) Kok ten Have; pp. 10 en 217
- ↑ Bronnen geven meerdere schrijfwijzen voor Siteburen. In [resourcessgd.kb.nl/SGD/18881889/PDF/SGD_18881889_0000790.pdf Tweede Kamer der Staten Generaal, zitting 1888-1889, Bijlagen stuk 128 nr. 2] spreekt het wetsvoorstel zelf van "Sytebuurster Ee", maar het bijgevoegde koopcontract van "Sijteburen" en "Sijtebuurster Ee". Voor een Nederlandstalig woordenboek lijkt als actueel exoniem "Siteburen" in samenhang met "Sitebuurster Ee" de meest passende ingang. Dit is echter noch de officiële, noch de in het verleden meest gebruikte schrijfwijze.
- ↑ Laan, K. terVan Goor's aardrijkskundig woordenboek van Nederland (1942) Van Goor Zonen, Den Haag/Batavia; verwijst bij "Sieteburen" (p. 358) naar "Sijteburen" (p. 385)Baert, A.G.C.Van Goor's aardrijkskundig woordenboek van Nederland 3e druk (1968) Van Goor Zonen, Den Haag/Brussel; verwijst bij "Sieteburen" (p. 385)naar "Sijteburen" en noemt daarbij ook de "Sijtebuurster Ee" (p. 410)
- ↑ Gille Heringa, S.Aardrijkskundig handwoordenboek van Nederland (1874) Van Hoften, Utrecht; p. 235Hoekstra, J.F.Woordenlijst van de aardrijkskundige namen in Nederland 5e druk (ca. 1932) L.J. Veen's Uitgevers mij., Amsterdam; p. 138Laan, K. terVan Goor's aardrijkskundig woordenboek van Nederland (1942) Van Goor Zonen, Den Haag/Batavia; p. 385)Baert, A.G.C.Van Goor's aardrijkskundig woordenboek van Nederland 3e druk(1968) Van Goor Zonen, Den Haag/Brussel; p. 410, noemt daarbij ook de "Sijtebuurster Ee"
- ↑ Gille Heringa, S.Aardrijkskundig handwoordenboek van Nederland (1874) Van Hoften, Utrecht; p. 235
- ↑ Sipman, M.A.P.H. Witkamp's aardrijkskundig woordenboek voor Nederland (1895) Thieme, Arnhem; p. 793