Scandinavische
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Scan·di·na·vi·sche
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Scandinavische | Scandinavischen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Scandinavische v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Scandinavië, of een vrouw afkomstig uit Scandinavië
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Scandinavië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Scandinaviër, Scandinaaf • inwoonster: Scandinavische, Scandinaafse • bijvoeglijk: Scandinavisch, Scandinaafs |
Bijvoeglijk naamwoord
Scandinavische
- verbogen vorm van de stellende trap van Scandinavisch
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Scandinavische staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.