Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ro·nald
  enkelvoud
nominatief   Ronald  
genitief   Ronalds  

Eigennaam

Ronald m

  1. (mannelijke naam) jongensnaam


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ro·nald
Woordherkomst en -opbouw
  • Zweedse mannelijke voornaam met Engelse of Schotse herkomst
Naar frequentie 9061
  enkelvoud
nominatief   Ronald  
genitief   Ronalds  

Eigennaam

Ronald, g

  1. (mannelijke naam) een Zweedse mannelijke voornaam