Overijsselaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Over·ijs·se·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Overijssel met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Overijsselaar | Overijsselaren Overijsselaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Overijsselaar m
- (demoniem) een inwoner van Overijssel, of iemand afkomstig uit Overijssel
Verwante begrippen
Demoniemen bij Overijssel in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Overijsselaar • inwoonster: Overijsselse • bijvoeglijk: Overijssels |
Gangbaarheid
- Het woord Overijsselaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.