Oostakkenaar
- Oost·ak·ke·naar
- afgeleid van Oostakker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Oostakkenaar | Oostakkenaren |
verkleinwoord |
de Oostakkenaar m
- (demoniem) een inwoner van Oostakker, of iemand afkomstig uit Oostakker
Demoniemen bij Oostakker in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Oostakkeraar, Oostakkenaar • inwoonster: Oostakkerse • bijvoeglijk: Oostakkers |
- Het woord 'Oostakkenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.