Nazareners
Niet te verwarren met: nazareners |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Nazareners (hulp, bestand)
- IPA: /nazaˈrenərs/
Woordafbreking
- Na·za·re·ners
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de Nazareners mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord Nazarener