Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Naam·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Naams met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord Naamse Naamsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Naamsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Namen, of een vrouw afkomstig uit Namen
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Naamse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Naams

Gangbaarheid