Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Lag Ba·o·mer
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Lag Baomer

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) de 33ste dag van de omertelling op 18 iar, feestdag waarop de rouw van de omertijd wordt onderbroken, omdat volgens de traditie op die dag de pest ophield waaraan een groot aantal leerlingen van rabbi Akiva stierven
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen