Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Kau·ka·si·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kaukasiër Kaukasiërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Kaukasiërm

  1. (demoniem) een inwoner van Kaukasus, of iemand afkomstig uit Kaukasus
Verwante begrippen

Gangbaarheid