• Kaap·ver·di·sche
enkelvoud meervoud
naamwoord Kaapverdische Kaapverdischen
verkleinwoord

de Kaapverdischev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Kaapverdië, of een vrouw afkomstig uit Kaapverdië

Kaapverdische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Kaapverdisch