Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ha·noi·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Hanoi met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Hanoier Hanoiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Hanoierm

  1. (demoniem) een inwoner van Hanoi, of iemand afkomstig uit Hanoi
Verwante begrippen

Gangbaarheid