Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Faas·nachts

Zelfstandig naamwoord

Faasnachts, mv [1]

  1. (voeding), (verkorting) carnavalsgebak
    «Faasnachts sin gleene Kuche, die aus en Grumbieredeeg gemacht sin.»
    Faasnachts zijn kleine koeken die gemaakt zijn van aardappeldeeg.

Zelfstandig naamwoord

Faasnachts

  1. onzijdig meervoud van Faasnachtkichelche

Zelfstandig naamwoord

Faasnachts

  1. mannelijk meervoud van Faasnachtkuche
Hyperoniemen
Opmerkingen

Verwijzingen

  1. Faasnachts Mache!
    Uit: Nau loss mich yuscht eppes saage - En Blog uff Deitsch
    Uitgave: Februari 2016

Meer informatie