Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Du·blin·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Dublin met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Dublinner Dublinners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Dublinnerm

  1. (demoniem) een inwoner van Dublin, of iemand afkomstig uit Dublin
Verwante begrippen

Gangbaarheid