Delvenaar
- Del·ve·naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Delvenaar | Delvenaren |
verkleinwoord |
de Delvenaar m
- (demoniem) een inwoner van Delft, of iemand afkomstig uit Delft
Demoniemen bij Delft in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Delftenaar, Delvenaar • inwoonster: Delftse • bijvoeglijk: Delfts |
- Het woord 'Delvenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.