Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Cos·ta Ri·caan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Costa Ricaanse Costa Ricaansen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Costa Ricaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Costa Rica, of een vrouw afkomstig uit Costa Rica
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Costa Ricaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Costa Ricaans

Gangbaarheid