Costa Ricaanse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Cos·ta Ri·caan·se
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Costa Ricaan met het achtervoegsel -se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Costa Ricaanse | Costa Ricaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Costa Ricaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Costa Rica, of een vrouw afkomstig uit Costa Rica
Verwante begrippen
Demoniemen bij Costa Rica in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Costa Ricaan • inwoonster: Costa Ricaanse • bijvoeglijk: Costa Ricaans |
Bijvoeglijk naamwoord
Costa Ricaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Costa Ricaans
Gangbaarheid
- Het woord Costa Ricaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.