Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Chag Ha·bi·koe·riem
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Chag Habikoeriem

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) naam voor Sjavoeot, omdat dit feest samenviel met de tarweoogst, waarvan de eerstelingen naar de tempel werden gebracht
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen