Caraceense
- Geluid: Caraceense (hulp, bestand)
- Ca·ra·ceen·se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Caraceense | Caraceensen |
verkleinwoord |
de Caraceense v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Caracas, of een vrouw afkomstig uit Caracas
Demoniemen bij Caracas in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Caraceen • inwoonster: Caraceense • bijvoeglijk: Caraceens |
Caraceense
- verbogen vorm van de stellende trap van Caraceens
- Het woord 'Caraceense' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.