Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ca·le·do·ni·er
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Caledoniërm

  1. (demoniem) een inwoner van Caledonië, of iemand afkomstig uit Caledonië
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid