Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bus·sum·se
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Bussum met het achtervoegsel -se
enkelvoud meervoud
naamwoord Bussumse -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Bussumse

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bussum, of iemand afkomstig hiervan
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Bussumse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Bussums

Gangbaarheid