Brusselse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Brus·sel·se
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
Brusselse
- verbogen vorm van de stellende trap van Brussels
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Brusselse | Brusselsen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Brusselse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Brussel, of een vrouw afkomstig uit Brussel
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Brussel in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Brusselaar • inwoonster: Brusselse • bijvoeglijk: Brussels | |||||||||||
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Brusselse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.