Bosnisch-Servische

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bos·nisch-Ser·vi·sche
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

Bosnisch-Servische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Bosnisch-Servisch
enkelvoud meervoud
naamwoord Bosnisch-Servische Bosnisch-Servischen
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

de Bosnisch-Servischev

  1. vrouw uit de Servische Republiek in Bosnië en Herzegovina (Republika Srpska)
  2. Servische vrouw uit Bosnië en Herzegovina
Verwante begrippen

Gangbaarheid