Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bo·go·taan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Bogotaan Bogotanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Bogotaanm

  1. (demoniem) een inwoner van Bogota, of iemand afkomstig uit Bogota
Verwante begrippen

Gangbaarheid