Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Boek·hou·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Boekhoutenaar Boekhoutenaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Boekhoutenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Boekhoute, of iemand afkomstig uit Boekhoute
Verwante begrippen

Gangbaarheid