Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Boek·hout·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Boekhoutse Boekhoutsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Boekhoutsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Boekhoute, of een vrouw afkomstig uit Boekhoute
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Boekhoutse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Boekhouts

Gangbaarheid