Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Be·ni·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Benin met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Beniner Beniners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Beninerm

  1. (demoniem) een inwoner van Benin, of iemand afkomstig uit Benin
Verwante begrippen

Gangbaarheid