Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bei·e·rin
enkelvoud meervoud
naamwoord Beierin (Beierinnen)
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Beierinv

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Beieren, of een vrouw afkomstig uit Beieren
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid