Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ba·koe·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Bakoe met het achtervoegsel -se
enkelvoud meervoud
naamwoord Bakoese Bakoesen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Bakoesev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bakoe, of een vrouw afkomstig uit Bakoe
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Bakoese

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Bakoes

Gangbaarheid