Atlanteïsche
- At·lan·te·i·sche
- afgeleid van Atlanteïsch met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Atlanteïsche | Atlanteïschen |
verkleinwoord |
de Atlanteïsche v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Atlas, of een vrouw afkomstig uit Atlas
Demoniemen bij Atlas in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Atlanteeër • inwoonster: Atlanteïsche • bijvoeglijk: Atlanteïsch |
Atlanteïsche
- verbogen vorm van de stellende trap van Atlanteïsch
- Het woord 'Atlanteïsche' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.