Almeerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Al·meer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Almeerder | Almeerders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Almeerder m
- (demoniem) een inwoner van Almere, of iemand afkomstig uit Almere
Verwante begrippen
Demoniemen bij Almere in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Almeerder • inwoonster: Almeerse • bijvoeglijk: Almeers |
Gangbaarheid
- Het woord 'Almeerder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.