Aalstenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Aalstenaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈalstənar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Aal·ste·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Aalstenaar | Aalstenaren Aalstenaars |
verkleinwoord | Aalstenaartje | Aalstenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de Aalstenaar m
- (demoniem) een inwoner van Aalst, of iemand afkomstig uit Aalst
Verwante begrippen
Demoniemen bij Aalst in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Aalstenaar • inwoonster: Aalsterse • bijvoeglijk: Aalsters |
Gangbaarheid
- Het woord 'Aalstenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.