92-jarige
- 92-·ja·ri·ge
92-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 92-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 92-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 92-jarige | 92-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 92 jaar oud is of iets dat 92 jaar bestaat
- De 92-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord 92-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.